'We willen jongvolwassenen een betere positie in de samenleving geven’
Aan de Egelantierstraat in Leeuwarden staat De Brêge, een school voor praktijkonderwijs. De Brêge heeft in 2023 de subsidie Verbetering basisvaardigheden gekregen om het onderwijs in de basisvaardigheden verder te verbeteren. Schooldirecteur Kathy Arends en deelschoolleider Inge Visser vertellen er meer over. ‘Met het onderwijs op de Brêge willen wij jongvolwassenen een betere positie in de samenleving geven.’
De Friese school leidt leerlingen van twaalf tot achttien jaar met een lichtverstandelijke beperking op om te werken in de sectoren Dienstverlening & zorg, Techniek, Groen, Economie & Handel. Volgens directeur Kathy Arends staat De Brêge nog echt aan het begin om het onderwijs in taal en rekenen te verbeteren. De plannen zijn klaar en er is een start gemaakt met de uitvoering daarvan.
Werken aan deze basisvaardigheden is volgens Kathy hard nodig. Ze legt uit: ‘Onze school met zo’n 225 leerlingen staat in een gebied met veel gezinnen uit laag sociaaleconomische klassen met bijna grootstedelijke problematieken. Hierdoor is de thuissituatie van veel van onze leerlingen niet altijd rooskleurig. Daarnaast stromen er bij ons ook veel kinderen van statushouders met een grote taalachterstand in. Door Nederlands en rekenen een extra boost te geven, hopen we ook deze leerlingen perspectief op minimaal mbo te bieden.’
Zelfredzaamheid bevorderen
‘Natuurlijk vormen lessen in taal en rekenen de basis van ons onderwijs. Maar we proberen onze leerlingen ook vrij snel praktijklessen aan te bieden, omdat zij het heel erg leuk vinden om met hun handen te werken. Daar komen hun kwaliteiten vaak ook veel beter tot hun recht’, vertelt Inge Visser verder. Zij werkt inmiddels 25 jaar bij De Brêge. Het praktijkonderwijs bevat drie elementen: de lessen, vrijetijdsbesteding en zelfstandig leren werken.
‘Elke leerling heeft daarin een eigen traject dat helemaal aansluit op het niveau van de individuele leerling en diens dromen. Zo leiden we ze hier op school naar zelfredzaamheid. Zodat ze zich als ze achttien zijn en van school komen, ook in de maatschappij kunnen redden en misschien van thuis naar zelfstandig wonen kunnen overgaan. Daarvoor leren we hen zoveel mogelijk vaardigheden aan. Met de kooklessen krijgen ze bijvoorbeeld instructiekaarten om een recept te maken en daar hoort naast goed kunnen lezen ook rekenen bij. Daarnaast leren ze in elke les nieuwe woorden. We werken dus al veel met taal en rekenen. Maar we willen vooral ook kijken hoe we deze basisvaardigheden in al onze lessen kunnen borgen en verduurzamen.’
‘De wereld om ons heen wordt steeds complexer en dat is voor onze leerlingen lastig.’
Kathy vult aan: ‘De wereld om ons heen wordt steeds complexer en dat is voor onze leerlingen lastig. Voorheen kocht je een treinkaartje gewoon aan het loket. Nu staat er een machine met ingewikkelde teksten en knoppen en moet je een pinpas met code gebruiken. Voor ons zijn deze vaardigheden normaal en makkelijk aan te leren. Maar voor iemand met een lager IQ dan gemiddeld kan dat heel ingewikkeld zijn. Datzelfde geldt voor het onderscheiden van nepbeelden, neplinks of nepnieuws. We willen op school daarom de subsidie vooral gebruiken om de basis te verbeteren. We willen de deskundigheid van onze medewerkers verhogen, het lesmateriaal aanpassen of nieuw lesmateriaal aankopen en mensen uitnodigen die onze leerlingen kunnen inspireren om meer te gaan lezen. Ook willen we meer individueel in kleine groepjes met onze leerlingen kunnen werken. Door deze subsidie is dat allemaal ook mogelijk.’
‘De school onderzocht ook op welke manier ze lezen weer leuk konden maken. Zo kwam jeugdboekenschrijver Caja Cazemier uit Leeuwarden in alle klassen voorlezen.’
Ontwikkelgroep met docenten
Met de subsidiegelden startte de school met docenten van de onder- en de bovenbouw een ontwikkelgroep voor doorgaande leerlijnen. Ook is er een nulmeting gehouden onder alle leerlingen, om een overzicht te krijgen van de huidige situatie van de basisvaardigheden. Tot slot onderzocht de school op welke manier ze lezen weer leuk konden maken. Zo kwam jeugdboekenschrijver Caja Cazemier uit Leeuwarden in alle klassen voorlezen.
Inge: ‘Met ons onderwijs willen wij jongvolwassenen een betere positie in de samenleving geven. Om die ambitie waar te maken, moet je ook heel kritisch naar jezelf kijken: halen we alles uit de kast om dat te bereiken en zorgen we ook voor de hoogst mogelijke kwaliteit van ons onderwijs? De ontwikkelgroep heeft daarop kansen benoemd om verbeteringen aan te brengen. Daarbij keken we eerst wat we al binnen onze eigen school hebben en hoe we dat kunnen aanvullen en onderbouwen met wetenschappelijk materiaal. We werken samen met een online leeromgeving waar leerlingen kunnen oefenen met taal en rekenen. En we verspreiden onder de leerlingen een vakblad dat leerlingen uit het praktijkonderwijs informeert over actualiteiten en mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Verder is er contact met een PRO-school in Drachten. En we werken met onderwijsassistenten.’
Kathy vult aan: ‘We zijn nu net een half jaar bezig en onze ontwikkelgroep is super enthousiast. De eerste stappen zijn gezet. Nu is het zaak om verder te verduurzamen en te borgen, zodat het echt onderdeel wordt van ons DNA.’
Tips van de school:
|